Meteen naar de inhoud

Als oudere medewerker vitaal, geïnspireerd en ondernemend aan het werk blijven.

    Als oudere medewerker vitaal, geïnspireerd en ondernemend aan het werk blijven.

    Dat is Ewald Brink gelukt, zie hier zijn verhaal

    Ewald Brink wordt over een paar maanden 60 jaar. Hij heeft in het begeleidingstraject “Persoonlijk leiderschap voor medewerkers vanaf 55 jaar” gestructureerd de tijd genomen om stil te staan bij zijn loopbaanontwikkeling. Wat gaat goed en wat niet? Hoe wil ik mijn leven de komende jaren invullen, in werk en privé?

    werkondernemerschap

    Als landbouweconoom werkte hij aanvankelijk bij een leerstoelgroep aan de universiteit. In de jaren 90 raakte hij betrokken bij de digitalisering van de universiteitsbibliotheek. Hij stapte over naar de functie van informatiespecialist Sociale Wetenschappen. Na ruim 20 jaar merkt hij slijtage. ‘Ik merk dat ik niet in alles op mijn plek zit. Ik ben niet de projectleider die iedereen achter de broek zit’. Eén van de manieren om verandering in zijn werk te brengen was zijn lidmaatschap van de Student-Staff Council. Als secretaris leerde hij veel mensen kennen van andere eenheden en zag hij het grotere plaatje van processen binnen de universiteit. Hij versterkte competenties en kreeg een netwerk. Hoe kon hij nu vormgeven aan zijn leven als zestiger en in de fase na de medezeggenschap?

    De begeleiding werkte als een katalysator. Het eerste onderdeel, de Sterke Punten Meter, bracht iets aan het licht dat Ewald meteen serieus nam. Van zijn vijf sterkste punten (of talenten) waren er drie relatiegericht. Juist samenwerking en het creëren van sterke groepen behoort tot zijn echte kracht. Daarnaast beschikt hij over discipline en verantwoordelijkheidskracht om een zaak tot een goed einde te brengen.

    Aanvankelijk was Ewald verbaasd over zijn Sterke Kanten. Hè, waar is de analytische kant, dit zijn geen technische kwaliteiten? Maar meteen nam hij ze serieus. Als mijn onderliggende kracht en drive ligt in samen met mensen iets opbouwen en realiseren, dan moet ik dat meer gaan doen.

    Ewald bouwde aan een loopbaanplan waarin hij zelf vorm ging geven aan de inhoud van zijn werk. Hij nam zijn nieuwe “identiteit” serieus en sprak erover met anderen. Die zagen precies wat hij wilde en reageerden positief. Met job crafting ging hij aan de slag.

    Naast zijn kerntaken neemt hij deel aan een project rond de ontschotting van de organisatie, aan een commissie die adviseert over de vernieuwing van de medezeggenschap.. Hij heeft een afdelingshoofd op de bibliotheek benaderd om een project voor haar te leiden. En hij werkt samen met IT in een multidisciplinair team. Deze combinatie inspireert hem zo dat hij nieuwe energie heeft en waardering krijgt. De enorme afwisseling geeft ook energie voor zijn kerntaken.

    “Ik ben nu een beetje in de positie dat ik zelf kan bepalen wat ik doe en niet doe, ik kan min of meer ondernemend werk organiseren. Hiermee krijg ik energie en ben geïnspireerd. En dat terwijl ik op zich een reflectief en niet een proactief mens ben. Maar ik heb een andere identiteit gekregen, precies die waarmee ik in mijn kracht sta.”

    Plan B? Ja hoor, dat is er ook. Ewald denkt erover om een opleiding tot mediator te gaan volgen. Hij gaat onderzoeken of die rol bij hem past en haalbaar is.

    Ewald Brink is een mooi voorbeeld hoe je als medewerker van bijna 60 geïnspireerd kunt blijven door ondernemend te werk te gaan. Voor hem gold dat hij door de rol in de medezeggenschap zich al had verbreed. Daarna maakte hij van de begeleiding gebruik om echt actie te gaan ondernemen. Hij nam zijn Sterke Kanten serieus en ziet ze als kern van zijn identiteit. Hierdoor kwam er energie om te ‘ondernemen’ binnen zijn functie en binnen de universiteit.

    (de naam Ewald Brink in dit artikel is gefingeerd)